Bieslo heeft 15 jubilarissen (1)

05-01-2021 20:23

Bieslo heeft 15 jubilarissen

De voetbalvereniging Bieslo heeft dit jaar maar liefst 15(!) jubilarissen. Het zijn:
70 jaar lid:
Sjra Spee

50 jaar lid:
Jac Crins, Theo Crins, Piet Levels, Ger Meerts en Ger Simons

40 jaar lid:
Jos Cox, John Simons en Coy Slots

25 jaar lid:
Paul Driessen, Marc Hendrikx en Wim Levels

500e wedstrijd:
Mickey v.d. Borst, Louis Heldens en Krijn Levels

Om dit artikel niet langer te maken dan het al is en met alle respect voor de leden, die bij de jeugd en de senioren 500 keer het shirt van Bieslo droegen, gaan we kort en bondig alleen aandacht besteed aan de 70-, 50-, 40- en 25-jarige jubilarissen. In het eerste deel 70 jaar lid Sjra Spee.

70 jaar lid
Sjra Spee

Sjra Spee is na Piet Rutten het tweede lid van Bieslo dat 70 jaar aan de club is verbonden.

De 82-jarige werd in de Bakheide geboren. Zijn ouderlijk huis lag naast het toenmalige voetbalveld. Op 12-jarige leeftijd werd hij lid van Bieslo.

Naar eigen zeggen had Sjra geen atletische figuur en was hij evenmin bloedfanatiek.

Sjra begon in de jeugd als keeper. Later kwam hij in de achterhoede terecht. Bij de veteranen eindigde hij tenslotte als voorstopper.

Als verdediger stond Sjra zijn mannetje. Hij was niet snel, maar je kwam hem, getruct als hij was, nauwelijks voorbij. Om zich staande te houden, moest hij soms aan het shirtje van de tegenstander trekken.

Op 50-jarige leeftijd stopte Sjra met voetballen, maar hij miste daarna geen enkele wedstrijd van de veteranen. En wat lag er in de kofferbak van zijn auto? Juist ja, de tas met voetbalspullen. Je kon het maar nooit weten. Misschien hadden de veteranen om de een of andere reden een spelerstekort. Sjra liep dan naar zijn auto, pakte de sporttas, verkleedde zich en speelde met de veteranen mee. Het maakte hem dan niet uit of hij veldspeler of doelman was. Zo kroop het bloed nog een poosje waar het niet kon gaan.

Was de scheidsrechter of de grensrechter afwezig? Geen nood! Sjra hielp de Alte Herren uit de brand onder het motto ‘Waar geholpen moet worden, word geholpen’.

Binnen Bieslo heeft Sjra diverse functies bekleed.
Ruim 10 jaar was hij jeugdleider en net zo lang vicevoorzitter van Bieslo.
De functie werd in 1969 in het leven geroepen om, zo lees ik in het verslag van een bestuursvergadering ‘de voorzitter te kunnen vervangen en op de korte termijn beslissingen te kunnen nemen.’

Als bestuurder maakte Sjra in de jaren 70 van de vorige eeuw de absolute hoogtepunten uit de geschiedenis van Bieslo mee. Denk maar, om ze nog maar eens te noemen, aan de kampioenschappen van Bieslo 1 in 1975 in de 4e en in 1977 in de 3e klasse van de KNVB en de viering van het 60-jarig bestaan van onze club in 1979.

Als lid van de bouwcommissie was Sjra betrokken bij de bouw van de kantine en de kleedlokalen, die in 1973 in gebruik werden genomen. Met penningmeester Wiel Joosten droeg hij de financiële verantwoording voor de bouw.

Na de festiviteiten rondom het 60-jarig jubileum van Bieslo verliet Sjra het bestuur. Jan Hendricks volgde hem op als vicevoorzitter.

In 1972 was het mogelijk om met een vierde seniorenelftal aan de competitie deel te nemen. Omdat het in die tijd gebruikelijk was dat bestuursleden een team onder hun hoede namen, werden Sjra Spee en Sjra Kessels de leiders.

Bieslo 4 behaalde onder leiding van – zoals ze genoemd werden – de Sjra’s wisselende resultaten. Een kampioenschap zat er niet in. Aan het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw stopte Sjra Spee als leider van Bieslo 4.

Bij de veteranen nam Sjra het penningmeesterschap over van Twan Rovers. Hij oefende die functie uit tot 2008. Marc Hendrikx volgde hem op.
Sjra had de financiën op orde. Hij hield de boeken zorgvuldig bij. Tijdens de jaarvergaderingen van de veteranen lichtte hij het financiële verslag keer op keer duidelijk toe.

Sjra is een begenadigde verteller. Ik kan me nog herinneren dat hij tijdens een familiedag van de veteranen op een terras in Swalmen verhaalde over de jaarlijkse buitenlandse reisjes van de Alte Herren. Ik geef een voorbeeld.

Jan Theelen en Dré Bergs deelden in Trittenheim een kamer. Na het drinken van een fiks aantal glazen wijn, zochten de heren hun hotelkamer op. Jan Theelen ging direct op een oor liggen, terwijl Dré zich voor het slapen gaan op de badkamer nog even wilde soigneren. Bij zijn terugkomst stond hij echter voor een gesloten deur. En wat hij ook probeerde, Jan Theelen deed niet open. Van lieverlee ‘sliep’ Dré die nacht op de gang bij zijn hotelkamer of zoals Sjra het zei “tegen de buitenkant van de deur.”

Har Hensen